Lichter mentorschap bij Van Lodenstein College, ondersteund door Zien!vo
Docenten van stamklassen in de VWO-bovenbouw van het Van Lodestein College vervulden een mentorrol voor soms wel 30 leerlingen. Dat leidde tot een hoge werkdruk en bijbehorende onvrede. “Kan dat niet anders?” vroeg Jan-Geert Heuvelman zich af toen hij aantrad als leerlingcoördinator.
Die vraag was het begin van hervorming van het mentoraat. Het uitgangspunt werd: iedereen die lesgeeft in de bovenbouw wordt mentor. Maar dan wel van een leerling die hij/zij ook lesgeeft. Het gevolg was dat alle docenten die lesgeven in de bovenbouw van het VWO ook mentor werden van maximaal 15 in plaats van 30 leerlingen.
Een andere vraag was: hoe krijgen we die leerlingen goed in beeld? En dan het liefst op een manier waarbij je de schaars beschikbare tijd goed en efficiënt kunt benutten. In de zoektocht naar een passende methode kwam Jan-Geert op het spoor van Zien!vo.
Vragenlijsten
Twee keer per jaar ontvangen leerlingen een uitnodiging om de vragenlijst in te vullen. Leerlingen kunnen eenvoudig per klas worden uitgenodigd vanuit het systeem. De uitkomsten hiervan worden samen met de resultaten en feedback van leraren gebruikt om een compleet beeld te vormen van leerlingen. Door de vragenlijsten op meerdere momenten af te nemen, ontstaat niet alleen een beeld van de leerling, maar ook een beeld van de ontwikkeling in de loop der tijd.
Basis voor gesprekken
Leerlingen vullen in de VWO-bovenbouw 4 keer de vragenlijst in, over een periode van 3 jaar. De ingevulde vragenlijsten vormen in brede zin de basis voor de mentorgesprekken. Op afdelingsniveau worden de vragenlijsten intern besproken met de teammanager, leerlingcoördinator en mentoren. Tijdens het doornemen van de overzichten in Zien!vo, waar ook schoolprestaties en feedback van leraren wordt meegenomen, wordt bepaald welke zaken opvallen en aandacht verdienen.
"Zien!vo helpt ons om sneller tot de kern te komen. Dit helpt mentoren ondanks de beperkt beschikbare tijd om tot goede gesprekken met en inzichten in de situatie van een leerling te komen. Daarnaast geeft het docenten houvast en kaders om de mentorgesprekken te voeren. Dit leidt tot concrete bespreekpunten voor het mentorgesprek met de leerling. Tegelijkertijd ontstaat zicht op de ontwikkeling van de leerling over een langere periode."
Leerling in beeld, vanuit 3 invalshoeken
Op de VWO-bovenbouw van het Van Lodenstein College worden leerlingen vanuit 3 ‘kijkrichtingen’ in beeld gebracht. Er wordt gebruik gemaakt van Catwise om de leerling vanuit het blikveld van de leraar in beeld te krijgen. Magister geeft een vanuit een cijfermatige invalshoek een beeld. Zien!vo voegt daar het blikveld van de leerling zelf aan toe.
Onverwacht bijeffect
Het belangrijkste doel van de zoektocht van Jan-Geert Heuvelman, was het vinden van een tool die beter inzicht geeft in de leerling als persoon. En die helpt in gesprekken over sociaal welzijn, veiligheid op school en persoonsontwikkeling. Dat doel is bereikt, maar de inzet van Zien!vo bleek ook goed te worden ontvangen door ouders. De leerling wordt serieus genomen, betrokken en bevraagd. En daardoor wordt de leerling achter de cijfers ook echt gezien.
“Wat ik merk is dat de rapporten ouders het gevoel geeft: er wordt hier echt serieus naar mijn kind gekeken. Niet alleen vanuit resultaten en de docenten, maar ook vanuit mijn kind”.
Het rapport vanuit Zien!vo helpt daarbij. Wanneer ouders in gesprek gaan met de mentor tijdens een ouderavond kunnen ze zien dat het in leerlingbesprekingen over veel meer gaat dan alleen de cijfers. Ook het welbevinden van de leerling en de manier waarop leraren tegen de leerling aankijken krijgen hier een plek in.
Extra ogen in de praktijk
Een typisch VWO-probleem is een lage autonomiebeleving. Er zijn veel leerlingen die denken: ik kan het zelf wel, school heb ik niet nodig, geef mij maar mijn vrijheid. Alleen door het bespreekbaar te maken kun je een leerling al helpen. Niet dat dit direct leidt tot een oplossing, maar wel door het gesprek aan te gaan en te kijken welke ruimte er binnen de school is om hier invulling aan te bieden. Soms kun je door wat kleine aanpassingen een leerling al het gevoel geven dat hij wat heeft in te brengen. Zonder de vragenlijsten in Zien!vo zou de leerling ook een lage autonomiebeleving hebben, maar dan onzichtbaar. En dan kun je de leerling er ook niet mee helpen.
“Als mentoren nemen we leerlingenzorg echt serieus. Daarbij is Zien!vo voor ons een belangrijk hulpmiddel om het welbevinden van de leerling te monitoren”.
Tips voor een succesvolle implementatie
Zien!vo kan je veel opleveren, maar veel staat of valt met een goede implementatie. We vroegen Jan-Geert Heuvelman om een aantal tips mee te geven:
✔ Zorg voor draagvlak: collega’s moeten het nut en de voordelen inzien van het gebruik van Zien!vo. Dat draagvlak zorgt er uiteindelijk voor dat men zelf ook de voordelen gaat ervaren.
✔ Verweef het gebruik van Zien!vo in de werkwijze en het mentorsysteem: Dat zorgt ervoor dat je steeds op de rapportages terug kunt vallen. Bovendien geeft dat leerlingen ook echt het gevoel dat het invullen van de vragenlijsten nuttig is. Er gebeurt immers echt wat mee. Het betrekken van de vragenlijsten uit Zien!vo bij de leerlingbespreking helpt hier enorm bij.
✔ Geef mentoren concrete punten mee. Bij het Van Lodenstein College worden de vragenlijsten in het overleg tussen teammanager, leerlingcoördinator en mentor doorgenomen. Op basis daarvan wordt gekeken naar aandachtspunten voor het mentorgesprek met de leerling. En uiteraard wordt hier ook terugkoppeling op gegeven.
Verder is ook de begeleiding belangrijk. Niet alleen om Zien!vo op een optimale manier in te zetten, maar ook om betekenis te geven aan wat we met de uitkomsten kunnen.
Wil je meer weten? Neem contact op met Gerrald van Beek via 0182-760510 of
g.vanbeek@gouwe-academie.nl.